Massada

Massada

De band begon in de jaren 60 als The Eagles[1] en speelde voornamelijk op Molukse feesten. Toen de Amerikaanse Eagles hits in Nederland begonnen te scoren werd de groepsnaam in 1973 in Massada (een citadel in Israël) veranderd. Op 26 februari 1975, een dag voor de 29e verjaardag van percussionist Nippy Noya, won Massada een groepenwedstrijd van Muziekkrant OOR; een platencontract werd echter afgewezen omdat de artistieke vrijheid niet kon worden gewaarborgd. Daar kwam ook bij dat er destijds in Drenthe gijzelingsacties werden gehouden door Zuid-Molukkers. Voor Massada, die dit soort acties niet goedkeurde, betekende dit dat enkele optredens werden afgezegd uit angst voor ongeregeldheden. In 1978 verscheen het langverwachte debuutalbum Astaganaga met de hitsingles Dansa en Latin Dance. Het gebruik van Latijns-Amerikaanse ritmes en percussie-instrumenten leverde vergelijkingen op met Santana De opvolger verscheen in mei 1979 (Massada kwam bewust met één album per jaar); Pukul Tifa klonk “Molukser” dan het debuutalbum en op de hoes poseerden de bandleden als Indianen, een veelvoorkomend onderwerp in de fotosessies uit hun succesjaren. Diezelfde maand speelde Massada op Pinkpop, daarna volgde o.a. een tournee door Duitsland. In 1980 kwam het derde album uit; Pusaka bevatte de single Sajang é. Deze single, die opviel vanwege het dames- en kinderkoor, bereikte in Nederland de nummer 1-positie van de hitparades. Voor Massada was dit de eerste en tot op heden enige nummer 1 hit. In de Top 100 verkoop van 1980 stond het op nr.8. Het werd nooit live gespeeld omdat het niet in het reguliere repertoire paste, en een verzoek om een Maleistalig album op te nemen werd afgewezen.

Anno nu zijn ze sterker en levendiger dan ooit en dat gaan zij laten zien en horen tijdens het Haags Beat Festival 2018!

www.youtube.com/watch?v=mZIp5Refwaw

About the author: Barhey